Statuten NNHF 2011
Artikel 1. Naam en zetel
1. De vereniging draagt de naam: Noord Nederlandse
Handboog Federatie, afgekort N.N.H.F.
2. De vereniging heeft haar zetel te Appelscha in de gemeente
Ooststellingwerf, doch kan
elders haar kantoor vestigen.
Artikel 2. Doel
1. De vereniging heeft ten doel: het beoefenen, bevorderen en
het promoten van de handboogsport in de meest ruime zin,
echter onder nadrukkelijke afwijzing van alle middelen en
methoden, gericht op het kunstmatig en ongezond opvoeren
van de lichamelijke sportieve prestaties, alsmede onder
nadrukkelijke afwijzing van opzettelijke gevaarzettingen voor
personen of zaken door het handboogschieten of daaraan
gerelateerde activiteiten
2. De vereniging behartigt de belangen van de in artikel 5
genoemde leden.
Artikel 3. Duur
1. De vereniging is aangegaan voor onbepaalde tijd.
2. Het verenigingsjaar valt samen met het kalenderjaar.
Artikel 4. Begripsbepalingen
1. In deze statuten wordt, tenzij nadrukkelijk anders vermeld,
verstaan onder:
a. federatie: De Noord Nederlandse Handboog Federatie zoals
genoemd onder artikel 1, lid 1; b. lid-vereniging:
vereniging waarbinnen de handboogsport wordt beoefend;
c. lid: natuurlijk persoon die lid is van een onder b. genoemde
lid-vereniging;
d. erelid: lid als genoemd onder c. van dit artikel en als zodanig
benoemd als bedoeld in artikel 5, lid 3;
e. het bestuur: het bestuur van de federatie;
f. het dagelijks bestuur: de voorzitter, secretaris en
penningmeester van het bestuur genoemd onder e. van dit
artikel;
g. algemene vergadering: vergadering zoals genoemd in artikel
... lid ... Burgerlijk Wetboek Boek 2;
h. buitengewone algemene vergadering: vergadering zoals
genoemd onder g. van dit artikel welke bijeen is geroepen
overeenkomstig artikel ... en waarin geen jaarverslag, dan wel
rekening en verantwoording door het bestuur worden gegeven.
i. de wet:
1. alle boven de statuten liggende en in Nederland geldende
verdragen, wetten, regelingen, algemene maatregelen van
bestuur, verordeningen, beschikkingen, voorschriften en
besluiten van overheidswege;
2. gerechtelijke arresten, vonnissen, machtigingen, besluiten en
beschikkingen;
3. door het bevoegd gezag gegeven hevelen en orders;
2. Tenzij de wet, de statuten, de reglementen en/of besluiten
van de federatie anders vermelden, worden overige begrippen
geïnterpreteerd naar hetgeen uit gewoonte gebruikelijk
is.
3. Bij geschillen tussen de ledenverenigingen en de federatie
over de interpretatie van begrippen beslist de algemene
vergadering of de buitengewone algemene vergadering; bij
geschillen tussen de leden en de federatie over de interpretatie
van begrippen beslist het bestuur
Artikel 5. Leden
1. De vereniging kent ledenverenigingen, leden en ereleden als
genoemd in artikel 4. Waar in
deze statuten wordt gesproken van leden of lid worden/wordt
daaronder verstaan zowel de
leden als de ereleden tenzij het tegendeel blijkt.
2. Leden zijn zij die als zodanig zijn toegelaten overeenkomstig
het in artikel 6 bepaalde.
3. Ereleden zijn zij, die wegens hun buitengewone verdiensten
jegens de federatie of in het
kader van de doelstelling der federatie door de algemene
vergadering daartoe zijn benoemd.
Artikel 6. Toelating tot het lidmaatschap
1. Als lid-vereniging van de federatie. kunnen slechts worden
toegelaten verenigingen met volledige rechtsbevoegdheid
waarbinnen de handboogsport wordt beoefend, een en ander
onder de voorwaarden dat:
a. de vereniging bevoegd is namens haar eigen
verenigingsleden verplichtingen aan te gaan; b. de
vereniging door haar toetreding tot de federatie namens haar
eigen leden de verplichting aanvaardt de statuten, reglementen
en besluiten van de federatie na te leven in het bijzonder met
betrekking tot de thans en te enigertijd geldende bepalingen
inzake verplichtingen, rechtspraak en wedstrijdreglementen,
welke diens eigen verenigingsleden betreffen.
2. Als leden worden toegelaten de leden van de onder lid 1
genoemde ledenverenigingen.
3. Het bestuur beslist over de toelating. Bij niet-toelating door
het bestuur kan de algemene vergadering alsnog tot toelating
besluiten.
4. Ereleden worden op voorstel van het bestuur door de
algemene vergadering benoemd.
5. Het lidmaatschap is persoonlijk en mitsdien niet
overdraagbaar noch vatbaar om door erfopvolging te worden
verkregen.
Artikel 6. Schorsing
Het bestuur is bevoegd een lid te schorsen voor een periode
van ten hoogste zes maanden, in geval het lid bij herhaling in
strijd handelt met zijn lidmaatschapsverplichtingen of door
handelingen of gedragingen het belang van de vereniging in
ernstige mate heeft geschaad. Gedurende de periode dat een
lid is geschorst, kunnen de aan het lidmaatschap verbonden
rechten niet worden uitgeoefend.
Artikel 7. Beëindiging lidmaatschap
1. Het lidmaatschap eindigt:
a. door het overlijden van een lid. Is een rechtspersoon lid van
de vereniging, dan eindigt haar lidmaatschap wanneer zij
ophoudt te bestaan;
b. door opzegging door het lid;
c. door opzegging namens de vereniging;
d. door ontzetting.
2. Opzegging van het lidmaatschap door het lid kan slechts
geschieden tegen het einde van een verenigingsjaar. Zij
geschiedt door schriftelijke kennisgeving, welke vóór de eerste
december in het bezit van de secretaris moet zijn. Deze is
verplicht de ontvangst binnen acht dagen schriftelijk te
bevestigen. Indien een opzegging niet tijdig plaats heeft gehad,
loopt het lidmaatschap door tot het einde van het eerstvolgende
verenigingsjaar, tenzij het bestuur anders besluit of van het lid
redelijkerwijs niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten
voortduren.
3. Opzegging van het lidmaatschap namens de vereniging kan
tegen het einde van het lopende verenigingsjaar geschieden
door het bestuur met inachtneming van een opzeggingstermijn
van tenminste vier weken, wanneer het lid, na daartoe bij
herhaling schriftelijk te zijn aangemaand, op de eerste
december niet ten volle aan zijn geldelijke verplichtingen jegens
de vereniging heeft voldaan alsmede wanneer het lid heeft
opgehouden te voldoen aan de vereisten welke te eniger tijd
door de statuten voor het lidmaatschap gesteld mochten
worden. De opzegging geschiedt steeds schriftelijk met opgave
van de reden(en).
4. Ontzetting uit het lidmaatschap kan alleen worden
uitgesproken wanneer een lid in strijd met de statuten,
reglementen of besluiten van de vereniging handelt of de
vereniging op een onredelijke wijze benadeelt. De ontzetting
geschiedt door het bestuur, dat het betrokken lid ten spoedigste
van het besluit, met opgave van reden(en), in kennis stelt. De
betrokkene is bevoegd binnen één maand na ontvangst van de
kennisgeving in beroep te gaan bij de algemene vergadering.
Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep is het lid
geschorst. Het besluit der algemene vergadering tot ontzetting
zal moeten worden genomen met tenminste twee/derde van het
aantal uitgebrachte stemmen.
5. Wanneer het lidmaatschap in de loop van een
verenigingsjaar, ongeacht de reden of oorzaak, eindigt, blijft
desniettemin de jaarlijkse bijdrage voor het geheel door het lid
verschuldigd, tenzij het bestuur anders besluit.
6. In afwijking van het bepaalde in de eerste volzin van artikel
36 lid 3 van Boek 2 Burgerlijk Wetboek kan een lid zich door
opzegging van zijn lidmaatschap niet onttrekken aan een besluit
krachtens hetwelk de verplichtingen van geldelijke aard van de
leden worden verzwaard, behoudens uiteraard het in lid 2 van
dit artikel bepaalde.
Artikel 8. Geldmiddelen
1. De geldmiddelen van de vereniging bestaan uit de
contributies van de gewone leden, uit entreegelden, uit
erfstellingen, legaten en schenkingen en tenslotte uit eventuele
ander toevallige baten.
2. Ieder gewoon lid betaalt een contributie, waarvan het bedrag
door de algemene vergadering wordt vastgesteld.
3. Het bestuur kan bepalen dat nieuwe leden een entreegeld
betalen, waarvan het bedrag wordt vastgesteld door de
algemene vergadering.
Artikel 9. Bestuur
1. Het bestuur bestaat uit tenminste drie personen en wordt
voor de eerste maal bij deze akte benoemd. Het aantal
bestuurders wordt vastgesteld door de algemene vergadering.
2. De bestuurders worden door de algemene vergadering uit de
leden der vereniging benoemd, met dien verstande dat de
voorzitter door de algemene vergadering kan worden benoemd
buiten de leden. Het bestuur wijst uit zijn midden een secretaris
en een penningmeester aan. De voorzitter wordt steeds als
zodanig door de algemene vergadering benoemd.
3. De algemene vergadering kan een bestuurslid schorsen of
ontslaan indien zij daartoe termen aanwezig acht. Voor een
besluit daartoe is een meerderheid vereist van ten minste twee
derden der geldig uitgebrachte stemmen.
4. De bestuurders zijn bevoegd te allen tijde zelf hun ontslag te
nemen, mits dit schriftelijk geschiedt met een opzeggingstermijn
van ten minste drie maanden.
5. Jaarlijks treedt een bestuurslid af volgens een door het
bestuur te maken rooster. De aftredende is terstond
herkiesbaar.
Artikel 10.
1. Het bestuur is belast met het besturen der vereniging. Alle
bestuurders gezamenlijk alsmede de voorzitter en de secretaris
gezamenlijk zijn bevoegd de vereniging in en buiten rechte te
vertegenwoordigen. De bestuursleden kunnen zich daarbij door
een schriftelijk gemachtigde doen vertegenwoordigen.
2. Voor het beschikken over bank- en girosaldi is de
handtekening van de penningmeester voldoende.
3. Voor het aangaan van geldleningen, alsmede voor het kopen,
vervreemden, bezwaren, huren of verhuren van onroerende
goederen (registergoederen), voor overeenkomsten waarbij de
vereniging zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar
verbindt, zich hoor een derde sterk maakt of zich tot
zekerheidstelling voor de schuld van een derde verbindt,
behoeft het bestuur goedkeuring van de algemene vergadering.
Artikel 11. Algemene Vergaderingen
1. Binnen negen maanden na afloop van elk boekjaar wordt een
algemene vergadering (jaarvergadering) gehouden. Het bestuur
brengt in deze vergadering zijn jaarverslag uit en doet, onder
overlegging van de nodige bescheiden, rekening en
verantwoording van zijn in het afgelopen boekjaar gevoerd
bestuur.
2. De algemene vergadering benoemt jaarlijks, doch uiterlijk
dertig dagen v66r de jaarvergadering, een commissie van
tenminste twee leden, die geen deel uit mogen maken van het
bestuur, tot onderzoek van de rekening en verantwoording over
het lopende casu quo laatstverstreken boekjaar. De commissie
brengt ter jaarvergadering verslag uit van haar bevindingen.
Vereist onderzoek bijzondere boekhoudkundige kennis dan kan
de commissie zich door een deskundige doen bijstaan.
3. Het bestuur is verplicht aan de commissie alle door haar
gewenste inlichtingen te verschaffen, haar desgewenst de kas
en waarden der vereniging te vertonen en inzage van de
boeken en bescheiden der vereniging te geven.
4. Goedkeuring door de algemene vergadering van het
jaarverslag en de rekening en verantwoording strekt het bestuur
tot décharge.
5. Indien de goedkeuring van de rekening en verantwoording
wordt geweigerd, benoemt de algemene vergadering een
andere commissie bestaande uit tenminste drie leden, welke
een nieuw onderzoek doet van de rekening en verantwoording.
Deze commissie heeft dezelfde bevoegdheden als de eerder
genoemde commissie. Binnen een maand na de benoeming
brengt zij aan de algemene vergadering verslag uit van haar
bevindingen. Wordt ook dan de goedkeuring geweigerd dan
neemt de algemene vergadering al die maatregelen welke door
haar in het belang van de vereniging nodig geacht worden.
Artikel 12.
1. De algemene vergaderingen worden bijeengeroepen door het
bestuur, met inachtneming van een termijn van acht dagen. De
bijeenroeping geschiedt door een aan alle leden te zenden
schriftelijke mededeling, dan wel op een andere door het
bestuur te bepalen wijze.
2. Behalve de in artikel 11 bedoelde jaarvergadering zullen de
algemene vergaderingen worden gehouden zo dikwijls het
bestuur zulks wenselijk acht, alsmede zo dikwijls zulks
schriftelijk met opgave van de te behandelen onderwerpen
wordt verzocht door tenminste een zodanig aantal leden als
bevoegd is tot het uitbrengen van een/vijfde gedeelte der
stemmen indien daarin alle leden tegenwoordig of
vertegenwoordigd zijn.
3. Na ontvangst van een verzoek als in lid 2 bedoeld is het
bestuur verplicht tot bijeenroeping ener algemene vergadering
op een termijn van niet langer dan vier weken. Indien aan het
verzoek tot bijeenroeping binnen veertien dagen nadat dit door
het bestuur werd ontvangen, geen gevolg wordt gegeven, zullen
de verzoekers zelf tot die bijeenroeping kunnen overgaan op de
wijze waarop het bestuur de algemene vergadering bijeen roept.
Artikel 13.
1. Alle leden — zie artikel 4 lid 1 — hebben toegang tot de
algemene vergadering. Elk lid heeft in de algemene vergadering
één stem voor elke tien personen die bij deze
vereniging als lid zijn aangesloten. Heeft een lid minder dan tien
leden dan mag niettemin één stem worden uitgebracht.
Ieder lid is bevoegd zijn stem te doen uitbrengen door een
schriftelijk daartoe gemachtigd ander lid.
2. Een eenstemmig besluit van alle leden, ook al zijn deze niet
in een vergadering bijeen, heeft, mits met voorkennis van het
bestuur genomen, dezelfde kracht als een besluit van de
algemene vergadering. Een dergelijk besluit wordt door de
secretaris aangetekend in het notulenboek, terwijl er melding
van wordt gemaakt tijdens de eerstvolgende algemene
vergadering.
3. Stemming over zaken geschiedt mondeling, over personen
schriftelijk. Het aannemen van voorstellen bij acclamatie is
mogelijk, mits dit geschiedt op voorstel van de voorzitter.
4. Over alle voorstellen betreffende zaken wordt beslist bij
volstrekte meerderheid der uitgebrachte stemmen, voor zover
de statuten niet anders bepalen. Bij staking van stemmen wordt
het voorstel geacht te zijn verworpen.
Bij stemming over personen is hij gekozen, die de volstrekte
meerderheid der stemmen op zich heeft verenigd. Indien
niemand die meerderheid heeft verkregen, wordt een tweede
stemming gehouden tussen de personen, die het grootste aantal
der uitgebrachte stemmen hebben verkregen en is hij gekozen,
die bij de tweede stemming de meerderheid der stemmen op
zich heeft verenigd. Indien bij die tweede stemming de stemmen
staken beslist het lot. Onder stemmen worden in dit artikel
verstaan geldig uitgebrachte stemmen, zodat niet in aanmerking
komen blanco en met de naam van het stemmend lid
ondertekende stemmen.
5. Een ter vergadering door de voorzitter uitgesproken oordeel
dat een besluit is genomen, is beslissend. Indien echter
onmiddellijk na het uitspreken van dit oordeel de juistheid
daarvan wordt betwist, vindt een nieuwe stemming plaats
wanneer de meerderheid der vergadering of, indien de
oorspronkelijk stemming niet hoofdelijk of schriftelijk
geschiedde, een stemgerechtigde aanwezige dit verlangt.
Artikel 14.
1. De voorzitter van het bestuur leidt de vergaderingen. Bij zijn
afwezigheid of ontstentenis
zal een der andere bestuursleden als leider der vergadering
optreden.
2. Van het ter algemene vergadering verhandelde worden door
de secretaris of door een door
de voorzitter aangewezen lid der vereniging notulen worden
gehouden.
Artikel 15. Statutenwijziging
1. Wijziging van de statuten kan slechts plaats hebben na een
besluit van de algemene vergadering, waartoe werd opgeroepen
met de mededeling dat daarin wijziging van de statuten zal
worden voorgesteld. De termijn voor oproeping tot een zodanige
vergadering moet ten minste veertien dagen bedragen.
2. Zij, die de oproeping tot de algemene vergadering ter
behandeling van een voorstel tot statutenwijziging hebben
gedaan, moeten tenminste vijf dagen voor de dag der
vergadering een afschrift van dat voorstel, waarin de
voorgestelde wijziging(en) woordelijk is (zijn) opgenomen, op
een daartoe geschikte plaats voor de leden ter inzage leggen tot
na afloop van de dag, waarop de vergadering werd gehouden.
3. Tot wijziging van de statuten kan worden besloten door een
algemene vergadering met een meerderheid van ten minste
twee/derde van het aantal uitgebrachte stemmen.
Artikel 16.
Het in artikel 15 bepaalde is niet van toepassing indien ter
algemene vergadering alle leden aanwezig of vertegenwoordigd
zijn en het besluit tot statutenwijziging met algemene stemmen
wordt genomen.
Artikel 17.
1. De statutenwijziging treedt niet in werking dan nadat daarvan
een notariële akte is opgemaakt.
2. De bestuurders zijn verplicht een authentiek afschrift van de
wijziging en de gewijzigde statuten neder te leggen ten kantore
van de Kamer van Koophandel en Fabrieken binnen welker
gebied de vereniging haar woonplaats (zetel) heeft.
Artikel 18.
Een bepaling dezer statuten, welke de bevoegdheid tot wijziging
van een of meer anderen bepalingen beperkt, kan slechts
worden gewijzigd met inachtneming van gelijke beperking.
Artikel 19. Ontbinding en Vereffening
1. In aanvulling op de (overige) ontbindingsgronden vermeld in
artikel 19 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek wordt de
vereniging ontbonden door een besluit daartoe van de algemene
vergadering genomen met ten minste twee/derde van het aantal
geldig uitgebrachte stemmen in een vergadering waarin
tenminste twee/derde van het aantal leden aanwezig of
vertegenwoordigd is.
2. Bij gebreke van het quorum kan ongeacht het aantal ter
vergadering aanwezige of vertegenwoordigde leden tot
ontbinding worden besloten op een volgende, tenminste acht
dagen doch uiterlijk dertig dagen na de eerste, te houden
vergadering, met een meerderheid van twee/derden van het
aantal uitgebrachte stemmen.
3. Bij de oproeping tot de in leden 1 en 2 van dit artikel bedoelde
vergaderingen moet worden medegedeeld dat ter vergadering
zal worden voorgesteld de vereniging te ontbinden. De termijn
voor oproeping tot zodanige vergaderingen moet ten minste
veertien dagen bedragen. 4. Indien bij een
besluit tot ontbinding te dien aanzien geen vereffenaars zijn
aangewezen, geschiedt de vereffening door het bestuur.
5. Een eventueel batig saldo zal worden aangewend voor door
de algemene vergadering te bepalen zodanige doeleinden als
het meest niet het doel der vereniging overeenstemmen. 6. Na
de ontbinding blijft de vereniging voortbestaan voor zover dit tot
vereffening van haar vermogen nodig is. Gedurende de
vereffening blijven de bepalingen van de statuten en
reglementen voor zover mogelijk van kracht. In stikken en
aankondigingen die van de vereniging uitgaan, moeten aan haar
naam worden toegevoegd de woorden “in liquidatie”.
Artikel 20. Huishoudelijk reglement
1. De algemene vergadering kan hij huishoudelijk reglement
nadere regels geven omtrent het lidmaatschap, de introductie,
het bedrag der contributie en entreegelden, de werkzaamheden
van het bestuur, de vergaderingen, de wijze van uitoefening van
het stemrecht, het beheer en gebruik van het (eventueel
aanwezige) gebouw der vereniging en alle verdere onderwerpen,
waarvan de regeling haar gewenst voorkomt.
2. Wijziging van het huishoudelijk reglement kan geschieden bij
besluit van de algemene vergadering indien dit schriftelijk wordt
verzocht door tenminste een/derde gedeelte van de leden der
vereniging.
3. Het huishoudelijk reglement zal geen bepalingen mogen
bevatten die afwijken van of die in strijd zijn met de bepalingen
van de wet of van de statuten, tenzij de afwijking door de wet of
de statuten wordt toegestaan.