Noord Nederlandse Handboog Federatie
Statuten NNHF 2011 Artikel 1. Naam en zetel 1. De vereniging draagt de naam: Noord Nederlandse Handboog Federatie, afgekort N.N.H.F. 2. De vereniging heeft haar zetel te Appelscha in de gemeente Ooststellingwerf, doch kan elders haar kantoor vestigen. Artikel 2. Doel 1. De vereniging heeft ten doel: het beoefenen, bevorderen en het promoten van de handboogsport in de meest ruime zin, echter onder nadrukkelijke afwijzing van alle middelen en methoden, gericht op het kunstmatig en ongezond opvoeren van de lichamelijke sportieve prestaties, alsmede onder nadrukkelijke afwijzing van opzettelijke gevaarzettingen voor personen of zaken door het handboogschieten of daaraan gerelateerde activiteiten 2. De vereniging behartigt de belangen van de in artikel 5 genoemde leden. Artikel 3. Duur 1. De vereniging is aangegaan voor onbepaalde tijd. 2. Het verenigingsjaar valt samen met het kalenderjaar. Artikel 4. Begripsbepalingen 1. In deze statuten wordt, tenzij nadrukkelijk anders vermeld, verstaan onder: a. federatie: De Noord Nederlandse Handboog Federatie zoals genoemd onder artikel 1, lid 1; b. lid-vereniging: vereniging waarbinnen de handboogsport wordt beoefend; c. lid: natuurlijk persoon die lid is van een onder b. genoemde lid-vereniging; d. erelid: lid als genoemd onder c. van dit artikel en als zodanig benoemd als bedoeld in artikel 5, lid 3; e. het bestuur: het bestuur van de federatie; f. het dagelijks bestuur: de voorzitter, secretaris en penningmeester van het bestuur genoemd onder e. van dit artikel; g. algemene vergadering: vergadering zoals genoemd in artikel ... lid ... Burgerlijk Wetboek Boek 2; h. buitengewone algemene vergadering: vergadering zoals genoemd onder g. van dit artikel welke bijeen is geroepen overeenkomstig artikel ... en waarin geen jaarverslag, dan wel rekening en verantwoording door het bestuur worden gegeven. i. de wet: 1. alle boven de statuten liggende en in Nederland geldende verdragen, wetten, regelingen, algemene maatregelen van bestuur, verordeningen, beschikkingen, voorschriften en besluiten van overheidswege; 2. gerechtelijke arresten, vonnissen, machtigingen, besluiten en beschikkingen; 3. door het bevoegd gezag gegeven hevelen en orders; 2. Tenzij de wet, de statuten, de reglementen en/of besluiten van de federatie anders vermelden, worden overige begrippen geïnterpreteerd naar hetgeen uit gewoonte gebruikelijk is. 3. Bij geschillen tussen de ledenverenigingen en de federatie over de interpretatie van begrippen beslist de algemene vergadering of de buitengewone algemene vergadering; bij geschillen tussen de leden en de federatie over de interpretatie van begrippen beslist het bestuur
Artikel 5. Leden 1. De vereniging kent ledenverenigingen, leden en ereleden als genoemd in artikel 4. Waar in deze statuten wordt gesproken van leden of lid worden/wordt daaronder verstaan zowel de leden als de ereleden tenzij het tegendeel blijkt. 2. Leden zijn zij die als zodanig zijn toegelaten overeenkomstig het in artikel 6 bepaalde. 3. Ereleden zijn zij, die wegens hun buitengewone verdiensten jegens de federatie of in het kader van de doelstelling der federatie door de algemene vergadering daartoe zijn benoemd. Artikel 6. Toelating tot het lidmaatschap 1. Als lid-vereniging van de federatie. kunnen slechts worden toegelaten verenigingen met volledige rechtsbevoegdheid waarbinnen de handboogsport wordt beoefend, een en ander onder de voorwaarden dat: a. de vereniging bevoegd is namens haar eigen verenigingsleden verplichtingen aan te gaan; b. de vereniging door haar toetreding tot de federatie namens haar eigen leden de verplichting aanvaardt de statuten, reglementen en besluiten van de federatie na te leven in het bijzonder met betrekking tot de thans en te enigertijd geldende bepalingen inzake verplichtingen, rechtspraak en wedstrijdreglementen, welke diens eigen verenigingsleden betreffen. 2. Als leden worden toegelaten de leden van de onder lid 1 genoemde ledenverenigingen. 3. Het bestuur beslist over de toelating. Bij niet-toelating door het bestuur kan de algemene vergadering alsnog tot toelating besluiten. 4. Ereleden worden op voorstel van het bestuur door de algemene vergadering benoemd. 5. Het lidmaatschap is persoonlijk en mitsdien niet overdraagbaar noch vatbaar om door erfopvolging te worden verkregen. Artikel 6. Schorsing Het bestuur is bevoegd een lid te schorsen voor een periode van ten hoogste zes maanden, in geval het lid bij herhaling in strijd handelt met zijn lidmaatschapsverplichtingen of door handelingen of gedragingen het belang van de vereniging in ernstige mate heeft geschaad. Gedurende de periode dat een lid is geschorst, kunnen de aan het lidmaatschap verbonden rechten niet worden uitgeoefend.
Artikel 7. Beëindiging lidmaatschap 1. Het lidmaatschap eindigt: a. door het overlijden van een lid. Is een rechtspersoon lid van de vereniging, dan eindigt haar lidmaatschap wanneer zij ophoudt te bestaan; b. door opzegging door het lid; c. door opzegging namens de vereniging; d. door ontzetting. 2. Opzegging van het lidmaatschap door het lid kan slechts geschieden tegen het einde van een verenigingsjaar. Zij geschiedt door schriftelijke kennisgeving, welke vóór de eerste december in het bezit van de secretaris moet zijn. Deze is verplicht de ontvangst binnen acht dagen schriftelijk te bevestigen. Indien een opzegging niet tijdig plaats heeft gehad, loopt het lidmaatschap door tot het einde van het eerstvolgende verenigingsjaar, tenzij het bestuur anders besluit of van het lid redelijkerwijs niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren. 3. Opzegging van het lidmaatschap namens de vereniging kan tegen het einde van het lopende verenigingsjaar geschieden door het bestuur met inachtneming van een opzeggingstermijn van tenminste vier weken, wanneer het lid, na daartoe bij herhaling schriftelijk te zijn aangemaand, op de eerste december niet ten volle aan zijn geldelijke verplichtingen jegens de vereniging heeft voldaan alsmede wanneer het lid heeft opgehouden te voldoen aan de vereisten welke te eniger tijd door de statuten voor het lidmaatschap gesteld mochten worden. De opzegging geschiedt steeds schriftelijk met opgave van de reden(en). 4. Ontzetting uit het lidmaatschap kan alleen worden uitgesproken wanneer een lid in strijd met de statuten, reglementen of besluiten van de vereniging handelt of de vereniging op een onredelijke wijze benadeelt. De ontzetting geschiedt door het bestuur, dat het betrokken lid ten spoedigste van het besluit, met opgave van reden(en), in kennis stelt. De betrokkene is bevoegd binnen één maand na ontvangst van de kennisgeving in beroep te gaan bij de algemene vergadering. Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep is het lid geschorst. Het besluit der algemene vergadering tot ontzetting zal moeten worden genomen met tenminste twee/derde van het aantal uitgebrachte stemmen. 5. Wanneer het lidmaatschap in de loop van een verenigingsjaar, ongeacht de reden of oorzaak, eindigt, blijft desniettemin de jaarlijkse bijdrage voor het geheel door het lid verschuldigd, tenzij het bestuur anders besluit. 6. In afwijking van het bepaalde in de eerste volzin van artikel 36 lid 3 van Boek 2 Burgerlijk Wetboek kan een lid zich door opzegging van zijn lidmaatschap niet onttrekken aan een besluit krachtens hetwelk de verplichtingen van geldelijke aard van de leden worden verzwaard, behoudens uiteraard het in lid 2 van dit artikel bepaalde. Artikel 8. Geldmiddelen 1. De geldmiddelen van de vereniging bestaan uit de contributies van de gewone leden, uit entreegelden, uit erfstellingen, legaten en schenkingen en tenslotte uit eventuele ander toevallige baten. 2. Ieder gewoon lid betaalt een contributie, waarvan het bedrag door de algemene vergadering wordt vastgesteld. 3. Het bestuur kan bepalen dat nieuwe leden een entreegeld betalen, waarvan het bedrag wordt vastgesteld door de algemene vergadering.
Artikel 9. Bestuur 1. Het bestuur bestaat uit tenminste drie personen en wordt voor de eerste maal bij deze akte benoemd. Het aantal bestuurders wordt vastgesteld door de algemene vergadering. 2. De bestuurders worden door de algemene vergadering uit de leden der vereniging benoemd, met dien verstande dat de voorzitter door de algemene vergadering kan worden benoemd buiten de leden. Het bestuur wijst uit zijn midden een secretaris en een penningmeester aan. De voorzitter wordt steeds als zodanig door de algemene vergadering benoemd. 3. De algemene vergadering kan een bestuurslid schorsen of ontslaan indien zij daartoe termen aanwezig acht. Voor een besluit daartoe is een meerderheid vereist van ten minste twee derden der geldig uitgebrachte stemmen. 4. De bestuurders zijn bevoegd te allen tijde zelf hun ontslag te nemen, mits dit schriftelijk geschiedt met een opzeggingstermijn van ten minste drie maanden. 5. Jaarlijks treedt een bestuurslid af volgens een door het bestuur te maken rooster. De aftredende is terstond herkiesbaar. Artikel 10. 1. Het bestuur is belast met het besturen der vereniging. Alle bestuurders gezamenlijk alsmede de voorzitter en de secretaris gezamenlijk zijn bevoegd de vereniging in en buiten rechte te vertegenwoordigen. De bestuursleden kunnen zich daarbij door een schriftelijk gemachtigde doen vertegenwoordigen. 2. Voor het beschikken over bank- en girosaldi is de handtekening van de penningmeester voldoende. 3. Voor het aangaan van geldleningen, alsmede voor het kopen, vervreemden, bezwaren, huren of verhuren van onroerende goederen (registergoederen), voor overeenkomsten waarbij de vereniging zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich hoor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor de schuld van een derde verbindt, behoeft het bestuur goedkeuring van de algemene vergadering. Artikel 11. Algemene Vergaderingen 1. Binnen negen maanden na afloop van elk boekjaar wordt een algemene vergadering (jaarvergadering) gehouden. Het bestuur brengt in deze vergadering zijn jaarverslag uit en doet, onder overlegging van de nodige bescheiden, rekening en verantwoording van zijn in het afgelopen boekjaar gevoerd bestuur. 2. De algemene vergadering benoemt jaarlijks, doch uiterlijk dertig dagen v66r de jaarvergadering, een commissie van tenminste twee leden, die geen deel uit mogen maken van het bestuur, tot onderzoek van de rekening en verantwoording over het lopende casu quo laatstverstreken boekjaar. De commissie brengt ter jaarvergadering verslag uit van haar bevindingen. Vereist onderzoek bijzondere boekhoudkundige kennis dan kan de commissie zich door een deskundige doen bijstaan. 3. Het bestuur is verplicht aan de commissie alle door haar gewenste inlichtingen te verschaffen, haar desgewenst de kas en waarden der vereniging te vertonen en inzage van de boeken en bescheiden der vereniging te geven. 4. Goedkeuring door de algemene vergadering van het jaarverslag en de rekening en verantwoording strekt het bestuur tot décharge.
5. Indien de goedkeuring van de rekening en verantwoording wordt geweigerd, benoemt de algemene vergadering een andere commissie bestaande uit tenminste drie leden, welke een nieuw onderzoek doet van de rekening en verantwoording. Deze commissie heeft dezelfde bevoegdheden als de eerder genoemde commissie. Binnen een maand na de benoeming brengt zij aan de algemene vergadering verslag uit van haar bevindingen. Wordt ook dan de goedkeuring geweigerd dan neemt de algemene vergadering al die maatregelen welke door haar in het belang van de vereniging nodig geacht worden. Artikel 12. 1. De algemene vergaderingen worden bijeengeroepen door het bestuur, met inachtneming van een termijn van acht dagen. De bijeenroeping geschiedt door een aan alle leden te zenden schriftelijke mededeling, dan wel op een andere door het bestuur te bepalen wijze. 2. Behalve de in artikel 11 bedoelde jaarvergadering zullen de algemene vergaderingen worden gehouden zo dikwijls het bestuur zulks wenselijk acht, alsmede zo dikwijls zulks schriftelijk met opgave van de te behandelen onderwerpen wordt verzocht door tenminste een zodanig aantal leden als bevoegd is tot het uitbrengen van een/vijfde gedeelte der stemmen indien daarin alle leden tegenwoordig of vertegenwoordigd zijn. 3. Na ontvangst van een verzoek als in lid 2 bedoeld is het bestuur verplicht tot bijeenroeping ener algemene vergadering op een termijn van niet langer dan vier weken. Indien aan het verzoek tot bijeenroeping binnen veertien dagen nadat dit door het bestuur werd ontvangen, geen gevolg wordt gegeven, zullen de verzoekers zelf tot die bijeenroeping kunnen overgaan op de wijze waarop het bestuur de algemene vergadering bijeen roept. Artikel 13. 1. Alle leden — zie artikel 4 lid 1 — hebben toegang tot de algemene vergadering. Elk lid heeft in de algemene vergadering één stem voor elke tien personen die bij deze vereniging als lid zijn aangesloten. Heeft een lid minder dan tien leden dan mag niettemin één stem worden uitgebracht. Ieder lid is bevoegd zijn stem te doen uitbrengen door een schriftelijk daartoe gemachtigd ander lid. 2. Een eenstemmig besluit van alle leden, ook al zijn deze niet in een vergadering bijeen, heeft, mits met voorkennis van het bestuur genomen, dezelfde kracht als een besluit van de algemene vergadering. Een dergelijk besluit wordt door de secretaris aangetekend in het notulenboek, terwijl er melding van wordt gemaakt tijdens de eerstvolgende algemene vergadering. 3. Stemming over zaken geschiedt mondeling, over personen schriftelijk. Het aannemen van voorstellen bij acclamatie is mogelijk, mits dit geschiedt op voorstel van de voorzitter. 4. Over alle voorstellen betreffende zaken wordt beslist bij volstrekte meerderheid der uitgebrachte stemmen, voor zover de statuten niet anders bepalen. Bij staking van stemmen wordt het voorstel geacht te zijn verworpen. Bij stemming over personen is hij gekozen, die de volstrekte meerderheid der stemmen op zich heeft verenigd. Indien niemand die meerderheid heeft verkregen, wordt een tweede stemming gehouden tussen de personen, die het grootste aantal der uitgebrachte stemmen hebben verkregen en is hij gekozen, die bij de tweede stemming de meerderheid der stemmen op zich heeft verenigd. Indien bij die tweede stemming de stemmen staken beslist het lot. Onder stemmen worden in dit artikel verstaan geldig uitgebrachte stemmen, zodat niet in aanmerking komen blanco en met de naam van het stemmend lid ondertekende stemmen.
5. Een ter vergadering door de voorzitter uitgesproken oordeel dat een besluit is genomen, is beslissend. Indien echter onmiddellijk na het uitspreken van dit oordeel de juistheid daarvan wordt betwist, vindt een nieuwe stemming plaats wanneer de meerderheid der vergadering of, indien de oorspronkelijk stemming niet hoofdelijk of schriftelijk geschiedde, een stemgerechtigde aanwezige dit verlangt. Artikel 14. 1. De voorzitter van het bestuur leidt de vergaderingen. Bij zijn afwezigheid of ontstentenis zal een der andere bestuursleden als leider der vergadering optreden. 2. Van het ter algemene vergadering verhandelde worden door de secretaris of door een door de voorzitter aangewezen lid der vereniging notulen worden gehouden. Artikel 15. Statutenwijziging 1. Wijziging van de statuten kan slechts plaats hebben na een besluit van de algemene vergadering, waartoe werd opgeroepen met de mededeling dat daarin wijziging van de statuten zal worden voorgesteld. De termijn voor oproeping tot een zodanige vergadering moet ten minste veertien dagen bedragen. 2. Zij, die de oproeping tot de algemene vergadering ter behandeling van een voorstel tot statutenwijziging hebben gedaan, moeten tenminste vijf dagen voor de dag der vergadering een afschrift van dat voorstel, waarin de voorgestelde wijziging(en) woordelijk is (zijn) opgenomen, op een daartoe geschikte plaats voor de leden ter inzage leggen tot na afloop van de dag, waarop de vergadering werd gehouden. 3. Tot wijziging van de statuten kan worden besloten door een algemene vergadering met een meerderheid van ten minste twee/derde van het aantal uitgebrachte stemmen. Artikel 16. Het in artikel 15 bepaalde is niet van toepassing indien ter algemene vergadering alle leden aanwezig of vertegenwoordigd zijn en het besluit tot statutenwijziging met algemene stemmen wordt genomen. Artikel 17. 1. De statutenwijziging treedt niet in werking dan nadat daarvan een notariële akte is opgemaakt. 2. De bestuurders zijn verplicht een authentiek afschrift van de wijziging en de gewijzigde statuten neder te leggen ten kantore van de Kamer van Koophandel en Fabrieken binnen welker gebied de vereniging haar woonplaats (zetel) heeft. Artikel 18. Een bepaling dezer statuten, welke de bevoegdheid tot wijziging van een of meer anderen bepalingen beperkt, kan slechts worden gewijzigd met inachtneming van gelijke beperking.
Artikel 19. Ontbinding en Vereffening 1. In aanvulling op de (overige) ontbindingsgronden vermeld in artikel 19 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek wordt de vereniging ontbonden door een besluit daartoe van de algemene vergadering genomen met ten minste twee/derde van het aantal geldig uitgebrachte stemmen in een vergadering waarin tenminste twee/derde van het aantal leden aanwezig of vertegenwoordigd is. 2. Bij gebreke van het quorum kan ongeacht het aantal ter vergadering aanwezige of vertegenwoordigde leden tot ontbinding worden besloten op een volgende, tenminste acht dagen doch uiterlijk dertig dagen na de eerste, te houden vergadering, met een meerderheid van twee/derden van het aantal uitgebrachte stemmen. 3. Bij de oproeping tot de in leden 1 en 2 van dit artikel bedoelde vergaderingen moet worden medegedeeld dat ter vergadering zal worden voorgesteld de vereniging te ontbinden. De termijn voor oproeping tot zodanige vergaderingen moet ten minste veertien dagen bedragen. 4. Indien bij een besluit tot ontbinding te dien aanzien geen vereffenaars zijn aangewezen, geschiedt de vereffening door het bestuur. 5. Een eventueel batig saldo zal worden aangewend voor door de algemene vergadering te bepalen zodanige doeleinden als het meest niet het doel der vereniging overeenstemmen. 6. Na de ontbinding blijft de vereniging voortbestaan voor zover dit tot vereffening van haar vermogen nodig is. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van de statuten en reglementen voor zover mogelijk van kracht. In stikken en aankondigingen die van de vereniging uitgaan, moeten aan haar naam worden toegevoegd de woorden “in liquidatie”. Artikel 20. Huishoudelijk reglement 1. De algemene vergadering kan hij huishoudelijk reglement nadere regels geven omtrent het lidmaatschap, de introductie, het bedrag der contributie en entreegelden, de werkzaamheden van het bestuur, de vergaderingen, de wijze van uitoefening van het stemrecht, het beheer en gebruik van het (eventueel aanwezige) gebouw der vereniging en alle verdere onderwerpen, waarvan de regeling haar gewenst voorkomt. 2. Wijziging van het huishoudelijk reglement kan geschieden bij besluit van de algemene vergadering indien dit schriftelijk wordt verzocht door tenminste een/derde gedeelte van de leden der vereniging. 3. Het huishoudelijk reglement zal geen bepalingen mogen bevatten die afwijken van of die in strijd zijn met de bepalingen van de wet of van de statuten, tenzij de afwijking door de wet of de statuten wordt toegestaan.
Noord Nederlandse Handboog Federatie
Statuten NNHF 2011 Artikel 1. Naam en zetel 1. De vereniging draagt de naam: Noord Nederlandse Handboog Federatie, afgekort N.N.H.F. 2. De vereniging heeft haar zetel te Appelscha in de gemeente Ooststellingwerf, doch kan elders haar kantoor vestigen. Artikel 2. Doel 1. De vereniging heeft ten doel: het beoefenen, bevorderen en het promoten van de handboogsport in de meest ruime zin, echter onder nadrukkelijke afwijzing van alle middelen en methoden, gericht op het kunstmatig en ongezond opvoeren van de lichamelijke sportieve prestaties, alsmede onder nadrukkelijke afwijzing van opzettelijke gevaarzettingen voor personen of zaken door het handboogschieten of daaraan gerelateerde activiteiten 2. De vereniging behartigt de belangen van de in artikel 5 genoemde leden. Artikel 3. Duur 1. De vereniging is aangegaan voor onbepaalde tijd. 2. Het verenigingsjaar valt samen met het kalenderjaar. Artikel 4. Begripsbepalingen 1. In deze statuten wordt, tenzij nadrukkelijk anders vermeld, verstaan onder: a. federatie: De Noord Nederlandse Handboog Federatie zoals genoemd onder artikel 1, lid 1; b. lid-vereniging: vereniging waarbinnen de handboogsport wordt beoefend; c. lid: natuurlijk persoon die lid is van een onder b. genoemde lid-vereniging; d. erelid: lid als genoemd onder c. van dit artikel en als zodanig benoemd als bedoeld in artikel 5, lid 3; e. het bestuur: het bestuur van de federatie; f. het dagelijks bestuur: de voorzitter, secretaris en penningmeester van het bestuur genoemd onder e. van dit artikel; g. algemene vergadering: vergadering zoals genoemd in artikel ... lid ... Burgerlijk Wetboek Boek 2; h. buitengewone algemene vergadering: vergadering zoals genoemd onder g. van dit artikel welke bijeen is geroepen overeenkomstig artikel ... en waarin geen jaarverslag, dan wel rekening en verantwoording door het bestuur worden gegeven. i. de wet: 1. alle boven de statuten liggende en in Nederland geldende verdragen, wetten, regelingen, algemene maatregelen van bestuur, verordeningen, beschikkingen, voorschriften en besluiten van overheidswege; 2. gerechtelijke arresten, vonnissen, machtigingen, besluiten en beschikkingen; 3. door het bevoegd gezag gegeven hevelen en orders; 2. Tenzij de wet, de statuten, de reglementen en/of besluiten van de federatie anders vermelden, worden overige begrippen geïnterpreteerd naar hetgeen uit gewoonte gebruikelijk is. 3. Bij geschillen tussen de ledenverenigingen en de federatie over de interpretatie van begrippen beslist de algemene vergadering of de buitengewone algemene vergadering; bij geschillen tussen de leden en de federatie over de interpretatie van begrippen beslist het bestuur
Artikel 5. Leden 1. De vereniging kent ledenverenigingen, leden en ereleden als genoemd in artikel 4. Waar in deze statuten wordt gesproken van leden of lid worden/wordt daaronder verstaan zowel de leden als de ereleden tenzij het tegendeel blijkt. 2. Leden zijn zij die als zodanig zijn toegelaten overeenkomstig het in artikel 6 bepaalde. 3. Ereleden zijn zij, die wegens hun buitengewone verdiensten jegens de federatie of in het kader van de doelstelling der federatie door de algemene vergadering daartoe zijn benoemd. Artikel 6. Toelating tot het lidmaatschap 1. Als lid-vereniging van de federatie. kunnen slechts worden toegelaten verenigingen met volledige rechtsbevoegdheid waarbinnen de handboogsport wordt beoefend, een en ander onder de voorwaarden dat: a. de vereniging bevoegd is namens haar eigen verenigingsleden verplichtingen aan te gaan; b. de vereniging door haar toetreding tot de federatie namens haar eigen leden de verplichting aanvaardt de statuten, reglementen en besluiten van de federatie na te leven in het bijzonder met betrekking tot de thans en te enigertijd geldende bepalingen inzake verplichtingen, rechtspraak en wedstrijdreglementen, welke diens eigen verenigingsleden betreffen. 2. Als leden worden toegelaten de leden van de onder lid 1 genoemde ledenverenigingen. 3. Het bestuur beslist over de toelating. Bij niet-toelating door het bestuur kan de algemene vergadering alsnog tot toelating besluiten. 4. Ereleden worden op voorstel van het bestuur door de algemene vergadering benoemd. 5. Het lidmaatschap is persoonlijk en mitsdien niet overdraagbaar noch vatbaar om door erfopvolging te worden verkregen. Artikel 6. Schorsing Het bestuur is bevoegd een lid te schorsen voor een periode van ten hoogste zes maanden, in geval het lid bij herhaling in strijd handelt met zijn lidmaatschapsverplichtingen of door handelingen of gedragingen het belang van de vereniging in ernstige mate heeft geschaad. Gedurende de periode dat een lid is geschorst, kunnen de aan het lidmaatschap verbonden rechten niet worden uitgeoefend.
Artikel 7. Beëindiging lidmaatschap 1. Het lidmaatschap eindigt: a. door het overlijden van een lid. Is een rechtspersoon lid van de vereniging, dan eindigt haar lidmaatschap wanneer zij ophoudt te bestaan; b. door opzegging door het lid; c. door opzegging namens de vereniging; d. door ontzetting. 2. Opzegging van het lidmaatschap door het lid kan slechts geschieden tegen het einde van een verenigingsjaar. Zij geschiedt door schriftelijke kennisgeving, welke vóór de eerste december in het bezit van de secretaris moet zijn. Deze is verplicht de ontvangst binnen acht dagen schriftelijk te bevestigen. Indien een opzegging niet tijdig plaats heeft gehad, loopt het lidmaatschap door tot het einde van het eerstvolgende verenigingsjaar, tenzij het bestuur anders besluit of van het lid redelijkerwijs niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren. 3. Opzegging van het lidmaatschap namens de vereniging kan tegen het einde van het lopende verenigingsjaar geschieden door het bestuur met inachtneming van een opzeggingstermijn van tenminste vier weken, wanneer het lid, na daartoe bij herhaling schriftelijk te zijn aangemaand, op de eerste december niet ten volle aan zijn geldelijke verplichtingen jegens de vereniging heeft voldaan alsmede wanneer het lid heeft opgehouden te voldoen aan de vereisten welke te eniger tijd door de statuten voor het lidmaatschap gesteld mochten worden. De opzegging geschiedt steeds schriftelijk met opgave van de reden(en). 4. Ontzetting uit het lidmaatschap kan alleen worden uitgesproken wanneer een lid in strijd met de statuten, reglementen of besluiten van de vereniging handelt of de vereniging op een onredelijke wijze benadeelt. De ontzetting geschiedt door het bestuur, dat het betrokken lid ten spoedigste van het besluit, met opgave van reden(en), in kennis stelt. De betrokkene is bevoegd binnen één maand na ontvangst van de kennisgeving in beroep te gaan bij de algemene vergadering. Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep is het lid geschorst. Het besluit der algemene vergadering tot ontzetting zal moeten worden genomen met tenminste twee/derde van het aantal uitgebrachte stemmen. 5. Wanneer het lidmaatschap in de loop van een verenigingsjaar, ongeacht de reden of oorzaak, eindigt, blijft desniettemin de jaarlijkse bijdrage voor het geheel door het lid verschuldigd, tenzij het bestuur anders besluit. 6. In afwijking van het bepaalde in de eerste volzin van artikel 36 lid 3 van Boek 2 Burgerlijk Wetboek kan een lid zich door opzegging van zijn lidmaatschap niet onttrekken aan een besluit krachtens hetwelk de verplichtingen van geldelijke aard van de leden worden verzwaard, behoudens uiteraard het in lid 2 van dit artikel bepaalde. Artikel 8. Geldmiddelen 1. De geldmiddelen van de vereniging bestaan uit de contributies van de gewone leden, uit entreegelden, uit erfstellingen, legaten en schenkingen en tenslotte uit eventuele ander toevallige baten. 2. Ieder gewoon lid betaalt een contributie, waarvan het bedrag door de algemene vergadering wordt vastgesteld. 3. Het bestuur kan bepalen dat nieuwe leden een entreegeld betalen, waarvan het bedrag wordt vastgesteld door de algemene vergadering.
Artikel 9. Bestuur 1. Het bestuur bestaat uit tenminste drie personen en wordt voor de eerste maal bij deze akte benoemd. Het aantal bestuurders wordt vastgesteld door de algemene vergadering. 2. De bestuurders worden door de algemene vergadering uit de leden der vereniging benoemd, met dien verstande dat de voorzitter door de algemene vergadering kan worden benoemd buiten de leden. Het bestuur wijst uit zijn midden een secretaris en een penningmeester aan. De voorzitter wordt steeds als zodanig door de algemene vergadering benoemd. 3. De algemene vergadering kan een bestuurslid schorsen of ontslaan indien zij daartoe termen aanwezig acht. Voor een besluit daartoe is een meerderheid vereist van ten minste twee derden der geldig uitgebrachte stemmen. 4. De bestuurders zijn bevoegd te allen tijde zelf hun ontslag te nemen, mits dit schriftelijk geschiedt met een opzeggingstermijn van ten minste drie maanden. 5. Jaarlijks treedt een bestuurslid af volgens een door het bestuur te maken rooster. De aftredende is terstond herkiesbaar. Artikel 10. 1. Het bestuur is belast met het besturen der vereniging. Alle bestuurders gezamenlijk alsmede de voorzitter en de secretaris gezamenlijk zijn bevoegd de vereniging in en buiten rechte te vertegenwoordigen. De bestuursleden kunnen zich daarbij door een schriftelijk gemachtigde doen vertegenwoordigen. 2. Voor het beschikken over bank- en girosaldi is de handtekening van de penningmeester voldoende. 3. Voor het aangaan van geldleningen, alsmede voor het kopen, vervreemden, bezwaren, huren of verhuren van onroerende goederen (registergoederen), voor overeenkomsten waarbij de vereniging zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich hoor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor de schuld van een derde verbindt, behoeft het bestuur goedkeuring van de algemene vergadering. Artikel 11. Algemene Vergaderingen 1. Binnen negen maanden na afloop van elk boekjaar wordt een algemene vergadering (jaarvergadering) gehouden. Het bestuur brengt in deze vergadering zijn jaarverslag uit en doet, onder overlegging van de nodige bescheiden, rekening en verantwoording van zijn in het afgelopen boekjaar gevoerd bestuur. 2. De algemene vergadering benoemt jaarlijks, doch uiterlijk dertig dagen v66r de jaarvergadering, een commissie van tenminste twee leden, die geen deel uit mogen maken van het bestuur, tot onderzoek van de rekening en verantwoording over het lopende casu quo laatstverstreken boekjaar. De commissie brengt ter jaarvergadering verslag uit van haar bevindingen. Vereist onderzoek bijzondere boekhoudkundige kennis dan kan de commissie zich door een deskundige doen bijstaan. 3. Het bestuur is verplicht aan de commissie alle door haar gewenste inlichtingen te verschaffen, haar desgewenst de kas en waarden der vereniging te vertonen en inzage van de boeken en bescheiden der vereniging te geven. 4. Goedkeuring door de algemene vergadering van het jaarverslag en de rekening en verantwoording strekt het bestuur tot décharge.
5. Indien de goedkeuring van de rekening en verantwoording wordt geweigerd, benoemt de algemene vergadering een andere commissie bestaande uit tenminste drie leden, welke een nieuw onderzoek doet van de rekening en verantwoording. Deze commissie heeft dezelfde bevoegdheden als de eerder genoemde commissie. Binnen een maand na de benoeming brengt zij aan de algemene vergadering verslag uit van haar bevindingen. Wordt ook dan de goedkeuring geweigerd dan neemt de algemene vergadering al die maatregelen welke door haar in het belang van de vereniging nodig geacht worden. Artikel 12. 1. De algemene vergaderingen worden bijeengeroepen door het bestuur, met inachtneming van een termijn van acht dagen. De bijeenroeping geschiedt door een aan alle leden te zenden schriftelijke mededeling, dan wel op een andere door het bestuur te bepalen wijze. 2. Behalve de in artikel 11 bedoelde jaarvergadering zullen de algemene vergaderingen worden gehouden zo dikwijls het bestuur zulks wenselijk acht, alsmede zo dikwijls zulks schriftelijk met opgave van de te behandelen onderwerpen wordt verzocht door tenminste een zodanig aantal leden als bevoegd is tot het uitbrengen van een/vijfde gedeelte der stemmen indien daarin alle leden tegenwoordig of vertegenwoordigd zijn. 3. Na ontvangst van een verzoek als in lid 2 bedoeld is het bestuur verplicht tot bijeenroeping ener algemene vergadering op een termijn van niet langer dan vier weken. Indien aan het verzoek tot bijeenroeping binnen veertien dagen nadat dit door het bestuur werd ontvangen, geen gevolg wordt gegeven, zullen de verzoekers zelf tot die bijeenroeping kunnen overgaan op de wijze waarop het bestuur de algemene vergadering bijeen roept. Artikel 13. 1. Alle leden — zie artikel 4 lid 1 — hebben toegang tot de algemene vergadering. Elk lid heeft in de algemene vergadering één stem voor elke tien personen die bij deze vereniging als lid zijn aangesloten. Heeft een lid minder dan tien leden dan mag niettemin één stem worden uitgebracht. Ieder lid is bevoegd zijn stem te doen uitbrengen door een schriftelijk daartoe gemachtigd ander lid. 2. Een eenstemmig besluit van alle leden, ook al zijn deze niet in een vergadering bijeen, heeft, mits met voorkennis van het bestuur genomen, dezelfde kracht als een besluit van de algemene vergadering. Een dergelijk besluit wordt door de secretaris aangetekend in het notulenboek, terwijl er melding van wordt gemaakt tijdens de eerstvolgende algemene vergadering. 3. Stemming over zaken geschiedt mondeling, over personen schriftelijk. Het aannemen van voorstellen bij acclamatie is mogelijk, mits dit geschiedt op voorstel van de voorzitter. 4. Over alle voorstellen betreffende zaken wordt beslist bij volstrekte meerderheid der uitgebrachte stemmen, voor zover de statuten niet anders bepalen. Bij staking van stemmen wordt het voorstel geacht te zijn verworpen. Bij stemming over personen is hij gekozen, die de volstrekte meerderheid der stemmen op zich heeft verenigd. Indien niemand die meerderheid heeft verkregen, wordt een tweede stemming gehouden tussen de personen, die het grootste aantal der uitgebrachte stemmen hebben verkregen en is hij gekozen, die bij de tweede stemming de meerderheid der stemmen op zich heeft verenigd. Indien bij die tweede stemming de stemmen staken beslist het lot. Onder stemmen worden in dit artikel verstaan geldig uitgebrachte stemmen, zodat niet in aanmerking komen blanco en met de naam van het stemmend lid ondertekende stemmen.
5. Een ter vergadering door de voorzitter uitgesproken oordeel dat een besluit is genomen, is beslissend. Indien echter onmiddellijk na het uitspreken van dit oordeel de juistheid daarvan wordt betwist, vindt een nieuwe stemming plaats wanneer de meerderheid der vergadering of, indien de oorspronkelijk stemming niet hoofdelijk of schriftelijk geschiedde, een stemgerechtigde aanwezige dit verlangt. Artikel 14. 1. De voorzitter van het bestuur leidt de vergaderingen. Bij zijn afwezigheid of ontstentenis zal een der andere bestuursleden als leider der vergadering optreden. 2. Van het ter algemene vergadering verhandelde worden door de secretaris of door een door de voorzitter aangewezen lid der vereniging notulen worden gehouden. Artikel 15. Statutenwijziging 1. Wijziging van de statuten kan slechts plaats hebben na een besluit van de algemene vergadering, waartoe werd opgeroepen met de mededeling dat daarin wijziging van de statuten zal worden voorgesteld. De termijn voor oproeping tot een zodanige vergadering moet ten minste veertien dagen bedragen. 2. Zij, die de oproeping tot de algemene vergadering ter behandeling van een voorstel tot statutenwijziging hebben gedaan, moeten tenminste vijf dagen voor de dag der vergadering een afschrift van dat voorstel, waarin de voorgestelde wijziging(en) woordelijk is (zijn) opgenomen, op een daartoe geschikte plaats voor de leden ter inzage leggen tot na afloop van de dag, waarop de vergadering werd gehouden. 3. Tot wijziging van de statuten kan worden besloten door een algemene vergadering met een meerderheid van ten minste twee/derde van het aantal uitgebrachte stemmen. Artikel 16. Het in artikel 15 bepaalde is niet van toepassing indien ter algemene vergadering alle leden aanwezig of vertegenwoordigd zijn en het besluit tot statutenwijziging met algemene stemmen wordt genomen. Artikel 17. 1. De statutenwijziging treedt niet in werking dan nadat daarvan een notariële akte is opgemaakt. 2. De bestuurders zijn verplicht een authentiek afschrift van de wijziging en de gewijzigde statuten neder te leggen ten kantore van de Kamer van Koophandel en Fabrieken binnen welker gebied de vereniging haar woonplaats (zetel) heeft. Artikel 18. Een bepaling dezer statuten, welke de bevoegdheid tot wijziging van een of meer anderen bepalingen beperkt, kan slechts worden gewijzigd met inachtneming van gelijke beperking.
Artikel 19. Ontbinding en Vereffening 1. In aanvulling op de (overige) ontbindingsgronden vermeld in artikel 19 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek wordt de vereniging ontbonden door een besluit daartoe van de algemene vergadering genomen met ten minste twee/derde van het aantal geldig uitgebrachte stemmen in een vergadering waarin tenminste twee/derde van het aantal leden aanwezig of vertegenwoordigd is. 2. Bij gebreke van het quorum kan ongeacht het aantal ter vergadering aanwezige of vertegenwoordigde leden tot ontbinding worden besloten op een volgende, tenminste acht dagen doch uiterlijk dertig dagen na de eerste, te houden vergadering, met een meerderheid van twee/derden van het aantal uitgebrachte stemmen. 3. Bij de oproeping tot de in leden 1 en 2 van dit artikel bedoelde vergaderingen moet worden medegedeeld dat ter vergadering zal worden voorgesteld de vereniging te ontbinden. De termijn voor oproeping tot zodanige vergaderingen moet ten minste veertien dagen bedragen. 4. Indien bij een besluit tot ontbinding te dien aanzien geen vereffenaars zijn aangewezen, geschiedt de vereffening door het bestuur. 5. Een eventueel batig saldo zal worden aangewend voor door de algemene vergadering te bepalen zodanige doeleinden als het meest niet het doel der vereniging overeenstemmen. 6. Na de ontbinding blijft de vereniging voortbestaan voor zover dit tot vereffening van haar vermogen nodig is. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van de statuten en reglementen voor zover mogelijk van kracht. In stikken en aankondigingen die van de vereniging uitgaan, moeten aan haar naam worden toegevoegd de woorden “in liquidatie”. Artikel 20. Huishoudelijk reglement 1. De algemene vergadering kan hij huishoudelijk reglement nadere regels geven omtrent het lidmaatschap, de introductie, het bedrag der contributie en entreegelden, de werkzaamheden van het bestuur, de vergaderingen, de wijze van uitoefening van het stemrecht, het beheer en gebruik van het (eventueel aanwezige) gebouw der vereniging en alle verdere onderwerpen, waarvan de regeling haar gewenst voorkomt. 2. Wijziging van het huishoudelijk reglement kan geschieden bij besluit van de algemene vergadering indien dit schriftelijk wordt verzocht door tenminste een/derde gedeelte van de leden der vereniging. 3. Het huishoudelijk reglement zal geen bepalingen mogen bevatten die afwijken van of die in strijd zijn met de bepalingen van de wet of van de statuten, tenzij de afwijking door de wet of de statuten wordt toegestaan.